Onkruidbeheersing in meerjarige akkerranden, 20-06-22
Op maandagavond 20 juni hebben we ons met Udo Prins van het Louis Bolk Instituut verdiept in onkruidbeheersing in akkerranden. Een onderwerp wat leeft: de opkomst was groot. We begonnen met een stukje theorie en sloten af met een goede discussie in het veld waar dialoog en discussie centraal stond.
Onkruiden in akkerranden, hoe ga je die te lijf? En misschien nog wel belangrijker: wat zeggen de voorkomende soorten over de staat van je akkerrand? Ook is het belangrijk je doel helder voor ogen te hebben en daar het beheer en het zaaizaad mengsel op af te stemmen. Is de rand bedoeld als kleurrijk geheel voor recreanten, als schouwpad met buffer richting water, als FAB-rand (functionele agrobiodiversiteit) of als wintervoedsel? Hier pas je het beheer op aan.
Het lezen van een onkruid, waar moet je op letten?
- Eenjarig, 2-jarig of meerjarig
- Voorjaar of najaarskiemer
- Verspreiding via zaad of via wortelstokken
- Vroeg- of laatbloeiers
- Winterhardheid
- In welke omgeving kom je de plant nog meer tegen
Bijvoorbeeld de aanwezigheid van bijvoet, grote brandnetel of kleefkruid zijn indicatoren van extensief beheer in combinatie met een stikstofrijke grond. Het advies hierbij luidt: maaien en afvoeren, zodat de bodem verschraalt.
Een eenjarige soort als melganzevoet kun je flink onderdrukken als je in het najaar zaait en voldoende dekvrucht gebruikt, zoals granen.
Zo heeft elk onkruid een eigen ‘gebruiksaanwijzing’ om ze te voorkomen én ze sterk te reduceren of zelfs kwijt te raken. Je moet dus weten waarom de soort zich vestigt, en hoe deze zich vermeerdert. Is dit via zaadvorming? Zorg er dan voor dat de plant niet in bloei komt (akkerdistel, Jacobs kruiskruid). Is dit via wortelstokken? Zorgt ervoor dat de grond zoveel mogelijk met rust gelaten wordt om verdere verspreiding te voorkomen.
“De vegetatie vertelt je wat je moet doen”
Knellende regelgeving
Het werd duidelijk dat met de huidige regelgeving, het optimale ecologische beheer van akkerranden niet mogelijk is. En dat is een gemiste kans, want immers: fauna volgt flora! Kwalitatief goede akkerranden dragen dus ook het meeste bij aan het doel én zorgt voor tevreden deelnemers. ANOG probeert binnen de mogelijkheden die er nu zijn onkruidbeheersing zo goed mogelijk onder de knie te krijgen, maar zet ook in op doorontwikkelingen van het beleid om beter ecologisch beheer in de toekomst wel mogelijk te maken.