Een boer wil niet alleen trots zijn op zijn gewassen maar ook op zijn agrarisch natuurpercelen. Het gaat dan niet om de opbrengst maar om de aantallen en soorten vogels die gebruik maken van het beheer. En het is helemaal mooi als het ook nog eens mooi bloeit. Helaas lukt dit niet altijd. Dit kan verschillende oorzaken hebben, de weersomstandigheden en de onkruiddruk in de bodem spelen vaak een belangrijke rol bij het slagen van een mooi ingezaaid kruidenmengsel.
Afgelopen jaren hebben deelnemers al veel geëxperimenteerd met bijvoorbeeld het aanleggen van een vals zaaibed,
maaibeheer, mengsel aan te passen en door het beheer te verplaatsen naar een ander perceel. De ene keer lukte het beter dan de andere keer maar echt een eenduidige oplossing is helaas nog niet gevonden.
Wel is gebleken dat bijvoorbeeld najaar-inzaai voor sommige percelen heel goed uitpakt maar voor andere weer helemaal niet. Om hier meer grip te krijgen is ANOG dit jaar begonnen om een aantal beheereenheden (zowel op klei- als zandgrond) intensief te volgen in de ontwikkeling. Hiermee hopen we meer kennis op te doen over het gevolg van verschillende grondbewerkingen, mengsels, zaaimomenten en het verplaatsen van beheer.
Het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb) is een landelijke regeling met landelijke beheereisen en daar moet ANOG en alle deelnemers zich aan houden. Door het experiment van dit jaar heeft ANOG meer mogelijkheden om bij grote problemen met bijvoorbeeld heermoes, distels en melden deze aan te pakken. Samen met de deelnemer wordt er naar een oplossing gekeken. Door middel van foto’s wordt het ‘aangepast’ beheer en de resultaten ervan bijgehouden. Studente Anouk Touwen van Wageningen Universiteit helpt ons bij het vastleggen van de resultaten.
Het extreme droge voorjaar, net als afgelopen 2 jaar, zal zeker invloed hebben op het resultaat van de verschillende experimenten maar we hopen ondanks deze weersextremen toch handvaten te krijgen voor de problemen met onkruiden.