ANOG werkt in diverse projecten samen met partijen om vorm te geven aan natuurinclusieve landbouw in Oost-Groningen. Kern van dit begrip is dat de landbouw wordt bedreven als werken aan en in een levend ecosysteem. Om agrariërs te bewegen natuurinclusieve landbouw in de praktijk te brengen zijn handelingsperspectieven essentieel. In 2018 heeft ANOG, in opdracht van de provincie Groningen, in samenwerking met Aequator Groene Ruimte een rapport opgesteld waarin impact op biodiversiteit, inpasbaarheid in de bedrijfsvoering en een bedrijfseconomische onderbouwing van kansrijke maatregelen in kaart is gebracht: Natuurinclusieve landbouw Oost Groningen.
Daarnaast heeft de provincie Groningen een flyer ontwikkeld met kansrijke natuurinclusieve maatregelen.
Vervolgonderzoek kansrijke maatregelen
Opmerkelijk is dat er relatief veel bekend is over de effecten van de kansrijke maatregelen op de biodiversiteit, maar op het vlak van bedrijfseconomie en inpasbaarheid nog informatie ontbreekt. In het lopende vervolgonderzoek maken we deze verdiepingsslag met de praktijk. Agrariërs uit het Oldambt, de Veenkoloniën en Westerwolde zijn bevraagd over de mogelijkheden binnen hun bedrijf. Ecologen zijn bevraagd over de impact op de biodiversiteit. Als laatste vindt de bedrijfseconomische analyse van de maatregelen plaats door door Aequator.
Het doel van dit vervolgonderzoek is het beter in kaart brengen van de kansen voor natuurinclusieve landbouw, wat de provincie Groningen kan gebruiken voor haar beleid.
Natuurinclusieve landbouw in het Oldambt
In het Oldambt zijn we met een praktijkproef aan de slag gegaan. Doel van deze proef is het testen, wetenschappelijk onderbouwen en doorontwikkelen van kansrijke natuurinclusieve maatregelen in het Oldambt. De maatregelen zijn gericht op mengteelten (grasklaver) als onkruidonderdrukker, inpassing leguminosen (veldbonen) in het bouwplan en de inzet van organische mest.
Hierbij wordt onderzoek gedaan naar de effecten op biodiversiteit, bedrijfseconomische haalbaarheid en inpasbaarheid in de bedrijfsvoering en/of het nieuwe GLB. De veldtesten vinden plaats bij drie agrariërs en worden begeleid door het Louis Bolk Instituut en Aequator.
Klik hier voor meer informatie
“Dit project wordt gefinancierd uit het Programma voor Plattelandsontwikkeling 2014-2020 voor Nederland (POP3). Dit programma wordt deels gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.”
(foto: tarwe met kruidenrijke rand, Hans Hut)