De patrijs is enorm afgenomen in Nederland én in Groningen. Om de achteruitgang te stuiten en om te buigen naar een florerende populatie moet je het leefgebied structureel verbeteren. Om de maatregelen die daarvoor nodig zijn effectief in te zetten is het nodig om te weten waar patrijzen nog voorkomen. Grauwe Kiekendief-Kenniscentrum Akkervogels heeft daarom een onderzoek uitgevoerd naar de verspreiding en aantallen van de patrijs in Groningen. De kerngebieden zijn hiermee nu bekend.
Sinds 1960 is het aantal patrijzen in ons land naar schatting met wel 95% afgenomen. De naoorlogse herinrichting van het agrarisch cultuurlandschap en de verdergaande intensivering van de landbouw hebben ertoe geleid dat het voor de patrijs steeds moelijker is geworden om een veilige broedplek en om voldoende voedsel te vinden in het agrarisch gebied, zo blijkt uit onderzoek.
Kansrijke gebieden lokaliseren voor maatregelen
De nog in Groningen aanwezige patrijzen lijken zich met name te concentreren in Westerwolde en de Veenkoloniën. Hier komen ze plaatselijk nog in substantiële aantallen voor. Dit zijn dus belangrijke regio’s voor het voortbestaan van de patrijs in de provincie. Maar wil je effectief maatregelen treffen, dan moet je de ‘hotspots’ van patrijzen goed in beeld hebben.
Om deze reden bracht Grauwe kiekendief-Kenniscentrum Akkervogels (GKA) met behulp van vrijwilligers en in samenwerking met partners Vogelbescherming Nederland, ANOG en Stichting Landschapsbeheer Groningen het afgelopen voorjaar in grote delen van Westerwolde en de Veenkoloniën territoria van patrijzen in kaart. Een eerdere inventarisatie van patrijzen uit 2015 werd gebruikt om de meest kansrijke gebieden voor patrijzen te selecteren en opnieuw te tellen.
Muntendam, Zuidwending, Hoornderveen en Ter Apelkanaal bleken de beste gebieden voor de patrijs te zijn. Ook langs de Duitse grens werden relatief veel territoriale patrijzen waargenomen. Omdat niet overal in Westerwolde en de Veenkoloniën is geteld, geeft de inventarisatie nog geen volledig beeld van de verspreiding van patrijzen in deze gebieden. Desalniettemin kan GKA op grond van de verzamelde gegevens een aantal kerngebieden (de hotspots!) voor patrijzen aanwijzen (zie kaart).
Op zoek naar kansen voor leefgebiedsherstel
Voor de bescherming van patrijzen moet een landschap worden gecreëerd waarin jaarrond voldoende voedsel en dekking aanwezig is. In het Interreg-project PARTRIDGE in Zeeland en Brabant is veel ervaring opgedaan met natuurvriendelijke beheer- en inrichtingsmaatregelen, waaronder bloemenblokken, keverbanken, patrijzenhagen, insectenrijk grasland en winterstoppels. Willen we de patrijs in Groningen behouden, dan is er nú actie vereist.
Daarom zijn we op zoek naar financiering om langjarig maatregelen te kunnen treffen voor de patrijs. Op boerenland, maar ook daarbuiten. Helaas is dit nog niet gelukt maar we werken hier hard aan!
Hoe tel je patrijzen?
Patrijzen tellen doe je in het vroege voorjaar, in de schemering, want dan roepen de haantjes het meest. Tijdens de telling wordt een geluid afgespeeld waarop territoriale patrijzen reageren door terug te roepen. Om de 300 meter wordt het geluid afgespeeld, en geluisterd of er door patrijzen op wordt gereageerd. Op deze manier zijn 44 gebieden vlakdekkend geteld met een totaal oppervlak van bijna 16.000 hectare. In totaal werden 65 patrijzen waargenomen tijdens de inventarisaties.
Het rapport van de nulmeting vind je hier.